Dag 3 | Naar het ziekenhuis

Het wachten in de lobby duurt lang.

Na 5 kwartier wachten (verkeerd afgesproken? Of dacht Boudewijn ‘beter te vroeg dan te laat afspreken met die zussen ..?) in de bloedhete lobby, kwam tot onze verrassing Vriend Vlad ons ophalen. Het was een leuk weerzien en hij reageerde aangenaam verrast op onze Russische begroeting. 
 In de taxi zitten Sue en haar man uit Australië, ook op weg naar het ziekenhuis voor dezelfde behandeling. Na een, toch nog redelijk lange rit (lopend is dit niet te doen), komen we aan in het ziekenhuis.
Het gebouw ziet er aan de buitenkant uit zoals de rest van de hoge gebouwen in de wijk: sober. Aan de gevel is niet te zien of dit het ziekenhuis is.
De deur, die lijkt op een personeelsingang, wordt geopend door een militair in uniform. Binnen is een klein gangetje, zonder bewegwijzering. Ik weet niet goed wat ik hiervan moet denken.
Gelukkig weet Vlad de weg, hij brengt ons naar de juiste verdieping. Daar worden we zeer hartelijk verwelkomd door Anastasia, de assistente van de dokter.

“My friends! Welcome, so nice to see you!”

 e nodigt ons uit te gaan zitten en verontschuldigt zich uitgebreid voor het feit dat we nog ongeveer 20min moeten wachten. ‘It’s a busy day’. 

Vriend Vlad vertrekt richting airport met een Nederlandse dame en haar man. De dame heeft het traject hier in Rusland er net op zitten en ziet er verbazingwekkend goed uit voor iemand die zo’n heftige behandeling achter de rug heeft. Ze vertelt dat Boudewijn hier in heel goede handen is en dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Dat ze zich uitstekend voelt, hoeft ze eigenlijk niet toe te lichten, de dame straalt.  Dat geeft ons goede moed.

Dokter Fedorenko, behandelend arts, komt ons alvast een handje geven. Het is een vriendelijk uitziende man die, net als Anastasia, goed Engels spreekt.

Terwijl we wachten komt een patiënt naar buiten die vandaag de behandeling heeft gehad. Ook hij ziet er goed uit. Er ontstaat meteen een groot gevoel van verbroedering tussen de patiënten en hun familie. 

We worden meegenomen naar de kamer waar we duidelijke informatie krijgen van Anastasia. Ze neemt de tijd ons goed te informeren, is zeer behulpzaam, vriendelijk en gastvrij.

Uitleg van Lieve Anastasia

De eenpersoonskamer die ‘Boden’ (zo wordt Boudewijn genoemd door Anastasia) krijgt toegewezen, ziet er goed uit en is voorzien van een douche, toilet, grote koelkast en magnetron. 

De ECG is ‘very good’.

 

Vandaag wordt alleen een ECG gemaakt, welke ‘very good’ is, aldus de verpleegkundige. Morgen moet Boudewijn eerst nuchter blijven en volgen verdere   onderzoeken. Ook voor donderdag staan nog wat tests gepland, waarna we te horen zullen krijgen of Boudewijn sterk genoeg is om de behandeling te kunnen ondergaan.

Chris en ik moeten zien terug te komen naar het hotel. Het liefst voor het donker, omdat we nog geen idee hebben hoe we moeten reizen. We installeren Boudewijn en gaan richting metro. Dat blijkt nog een eind lopen, maar het is druk op straat en de temperatuur en frisse lucht kunnen we goed gebruiken. (Het valt ons op dat het overal erg warm is: in het hotel, ziekenhuis en metro zweten we peentjes. De thermokleding blijft vooralsnog in de koffer. Misschien kunnen we nog ergens zomerkleding scoren.)

Uiteraard rijden Chris en ik de verkeerde kant op met de metro, maar daar zijn we na 1 halte al achter. In de metro raken we in gesprek met een vriendelijk oud dametje en al snel zijn we bij de halte waar we moeten zijn. 

Als we boven komen, staan we recht voor ons hotel. 
Het is raar om zonder Boudewijn het hotel binnen te gaan en allebei moeten we wel even slikken als we denken aan hoe hij nu alleen in het ziekenhuis is. Aan de andere kant weten we ook dat hij nu rust heeft. Eindelijk op zijn bestemming, klaar voor de strijd tegen MS. 
De mensen die we gezien en gesproken hebben geven ons het vertrouwen dat hij in zeer goede handen is en die wetenschap stelt ons wat gerust.
Lieve Bou, als je dit leest: je kunt ons altijd bellen en appen. We zijn dichtbij en als het moet bellen we midden in de nacht de taxi om naar je toe te komen.

мы любим тебя!

завтра!

De lunch staat al klaar voor Boudewijn. Zijn lievelingSeten, maar niet heus. “Maak maar snel een foto, want dit is voor het eerst dat ik rijst eet.”

Dag 2 | Wondere Wereld

We zijn al vroeg wakker: ons biologische hollandse klokje maakt dat we om 08.15uur (6.15 NL tijd) rise and shining zijn. Een blik uit het raam levert wat ‘Ooohs en aaaahs’ op; Onbeschrijfelijk prachtig wat we zien en onmiskenbaar Moskou: besneeuwde straten en een Fata Morgana-achtig gebouw recht tegenover ons.

Aan het ontbijt wordt de verwondering, zo mogelijk, nog groter. Je kunt het zo gek niet bedenken, alles is er. Weer moet ik aan de Efteling denken.

Er staan diverse lange tafels met verschillende soorten vlees, (rauwe) vis, groenten, fruit, brood, gebak, salades, melk, yoghurt en zelfs een fontein van witte chocolade! Er staat een kokkin eieren te bakken. Je kunt zelf aangeven wat je voor ei wilt en of je er groenten doorheen wilt.

Chris wijst naar een spiegelei, die wil ze wel. De mevrouw steekt vragend drie vingers op. “nee,” zegt Chris en steekt 1 vinger terug op, om aan te geven dat 1 ei wel genoeg is. De kokkin gooit het reeds gebakken ei weg en breekt een nieuw exemplaar boven de bakplaat. “Ook zonde,” zeggen we tegen elkaar, “die had ik nog best op willen eten.”, zegt Chris. 1 minuut later ligt het ei op Chris haar bord. Dan wordt duidelijk dat de mevrouw het waarschijnlijk niet over het aantal eieren had, toen ze haar vingers op stak, maar over het aantal ‘bakminuten’.

Aan tafel komen de emoties toch weer even naar boven. We proberen het beste te maken van deze tijd en lachen heel wat af met elkaar (zo komen we tot de conclusie dat we alle drie onze vork in de rechterhand houden en het mes in de linker; iets waarom ik regelmatig word uitgelachen). Toch vergeten we niet waarom we hier eigenlijk zijn. Ook de vermoeidheid van de afgelopen dagen en het gebrek aan nachtrust (het is minstens 25 jaar geleden dat we bij elkaar op de kamer hebben geslapen), speelt ons parten. Het is fijn en goed om de emoties de ruimte te geven en te delen met elkaar. We doen het rustig aan vandaag.

Na het ontbijt gaat Boudewijn naar zijn kamer en Chris en ik besluiten de omgeving te verkennen. Chris is gestart met een cursus Russisch om maar zo min mogelijk op een toerist te lijken. Dit lukt nog niet altijd, wat tot komische situaties leidt. De russen die we in de tabakszaak tegen komen, reageren vermaakt op onze poging kersensigaretten te bestellen. Eenmaal buiten blijken we sigaren te hebben gekregen. Wel met kersensmaak.

We lopen richting het Kremlin. Wat een prachtig bouwwerk. Wederom wanen we ons in een Japanse versie van de Efteling. Tussen al die kleine doorgangen en trappetjes, zou je makkelijk kunnen verdwalen. Chris voelt zich niet op haar gemak. We zien weinig vrouwen en ingepakte mannen vindt ze er stuk voor stuk verdacht uitzien. Ineens zien we een soort marktkramen met souvenirs.

De russen hebben ons in het vizier..: ”Aaaah Hollandaise.. Patroesjka’s 50 percent for you!!” We groeten vriendelijk, wat voor hen blijkbaar het openingssein is om verschillende mutsen van ‘echt vossenbont’ op ons hoofd te zetten. De man heeft, zo lijkt het, nog nooit iemand gezien bij wie die muts zooo mooi staat. Ik moet hem echt kopen. We boffen, vandaag is het een ‘special price’. Slechts 1500! We leggen hem uit dat we vandaag niets gaan kopen, maar zo makkelijk komen we natuurlijk niet van hem af. We trekken veel bekijks, als enige dames in onderhandeling met de ‘crazy man’, zoals de oude rus door zijn collega wordt genoemd. Na een paar minuten hebben Chris en ik genoeg van het spelletje en lopen we weg.

De kou heeft ons inmiddels redelijk te pakken en we besluiten snel naar een supermarkt op zoek te gaan. Ook dit is een hele onderneming. In welk land ik ook ooit geweest ben, altijd is er wel een soort van herkenningspunt. Hier staat vrijwel alles in het Russisch alfabet geschreven, dat voor ons niet te herleiden is naar een andere taal. Een enkele keer hebben we geluk en staat er een engels woord op de gevel. De winkel die we binnenstappen, lijkt bij de entree meer op een kroeg dan op een supermarkt. Er wordt gerookt, gedronken en er staan wat mannen gezellig te kletsen, onder het genot van een warme hap shoarma.

Verderop liggen goed uitziende salades in de vitrine, fruit, vlees, zuivelproducten en frisdrank. Blij dat het ons gelukt is wat te bestellen, gaan we terug naar Boudewijn om met zijn drieën wat te chillen. Chris verdiept zich weer in haar cursus Russisch en ik begin eindelijk te lezen in het boekje over Moskou. Daar bekruipt me, weer, het gevoel dat er niets niet klopt met het Kremlin aan de overkant. Op de plattegronden die ik zie ligt het Kremlin in hartje centrum en wij zitten in een buitenwijk, dacht ik. Ook vond ik het voor een hotspot bijzonder rustig, klein en stil waar we net waren. Echter.. er stond wel ‘Kremlin’ op de poort en er stonden dikke limousines voor de entree. Bovendien kwam Vriend Vlad gisteren niet echt onbetrouwbaar over.. Tijd voor nader onderzoek dus.

Via Google-maps komen we erachter dat het gebouw inderdaad niet het echte Kremlin is, maar het Izmailovo-Kremlin! Wat een grap.

Chris durft niet met de metro (die durft helemaal niet meer naar buiten met al die ‘enge mannen met mutsen’), dus misschien moeten we het maar met dit Madurodam Kremlin doen..

De rest van de dag doen we niet zo veel meer. We gaan op tijd naar bed, want morgen worden we om 12.00uur door de taxi opgehaald. Dan gaat het echte avontuur beginnen. Boudewijn wordt voor de eerste onderzoeken in het ziekenhuis verwacht. Erg spannend allemaal.

spokoynoy nochi i zavtra!

Dag 1 | Niets is onmogelijk

12 feb 2017.

Na ruim een half jaar actie voeren om voldoende geld in te zamelen voor de stamceltransplantatie, was het vanmorgen dan zo ver. Eind december kregen we te horen dat Boudewijn, onverwacht snel, terecht kan in Moskou. Hoewel nog niet het hele bedrag bij elkaar is, besluiten we deze kans te grijpen. Het alternatief is nog minimaal een half jaar wachten en Boudewijn gaat hard achteruit. Het bedrag dat we nog tekort komen (€15.000,00) moet te behalen zijn, geloven we. Zeker met de acties die nog in het verschiet liggen.

Bij de bagage-dropoff blijkt dat Boudewijn (zijn koffer) overgewicht heeft. Wanneer de boete hiervoor betaald is en de koffers zijn gelabeld, is het een uur later. Moeders wil nog even met elkaar een kop koffie doen voor vertrek. Om zichzelf wat ontspanning in te drinken, bestellen Boudewijn en Chris een Irish Coffee. Dat hebben ze niet. We bestellen dan maar een whisky, 2 koffie en slagroom. De slagroom moet vanuit een ander restaurant komen, maar dat gaat de mejuffrouw voor ons regelen. Ze staat vandaag alleen, dus het kan even duren. Na een half uurtje beginnen we toch wat onrustig te worden.. over 45 min vertrekt het vliegtuig. De koffie, waarvan we er uiteindelijk twee gratis kregen voor het geleden ongemak, hebben we laten staan.

De Drie Musketiers: één voor allen, allen voor een!

 

 

Op naar de gate. Nog even snel een foto, een kus, een traan, een lach, een knuffel en dan gaan. Oke, nog een foto dan.

 

 

 

 

Die vlucht gaan jullie sowieso niet meer redden.

Bij de douane staat een rij van 20minuten. Boudewijn krijgt steeds meer moeite met lopen en we vragen een dame van de marechaussee om een rolstoel. Op haar gemak gaat ze op zoek. Want, “die vlucht gaan jullie niet meer halen hoor”, vertelt ze ons vol overtuiging.

Lichte paniek maakt zich van ons meester. Haar mannelijke collega doet het hek voor ons open en zo staan we ineens vooraan in de rij. De vrouwelijke variant roept nog of ze toch geen rolstoel moet halen. Volgens haar kunnen we wel rustig aan doen, want die vlucht redden we écht niet meer. Slik. Staan we hier eindelijk op het vliegveld om de droom van Boudewijn te verwezenlijken, missen we de vlucht! Diverse horrorscenario’s vliegen langs mijn netvlies: alsnog met een russisch vliegtuig, overstap, midden in de nacht aankomen, extra kosten, niet op tijd in het ziekenhuis, enz.. De optelsom van deze gedachten, samen met de druk en spanning van de afgelopen periode, komen tot uitbarsting in een lichte paniekaanval. Grote zus, niet snel van haar stuk en altijd een oplossing paraat, weet niet wat te doen en barst in tranen uit.

Een uiterst vriendelijke meneer, ook van de marechaussee vraagt wat er aan de hand is. Hortend en stotend weten we uit te brengen dat we de vlucht niet meer halen en dat Boudewijn naar het ziekenhuis moet in Moskou. De vriendelijke meneer vertelt met tranen in zijn ogen dat hij ons gaat helpen de vlucht alsnog te halen. Hij doet wat hij kan om ons te kalmeren en snel door de securitycheck te lozen.  Als kleine hulpeloze kinderen laten we ons, stap voor stap, door hem begeleiden. Ook nog even schoenen uit, laptop uit de tas en oh, de halve beautycase kan de prullenbak in. Alle nieuw gekochte flessen shampoo, conditioner, douchegel, make-upremover en deo mogen niet mee. (In de voorbereiding op deze reis, zijn dit soort standaard dingen een beetje over het hoofd gezien..) Verdwaasd laten we het allemaal maar gebeuren. De drie seconden die we met de armen omhoog in het poortje staan, lijken minuten te duren. Hoewel ik hier normaal gesproken nog hysterischer door zou worden, geeft het me ook een gerust gevoel dat iedereen zo goed gecontroleerd wordt. Onze reddende engel loodst ons naar zijn collega bij de douane en legt snel onze situatie uit. Wanneer zij hoort dat we naar gate 25 moeten, slaat ze haar ogen ten hemel. Dat belooft niet veel goeds. Toch laat ook zij ons voor gaan.

“Bent u verkouden mevrouw?”, vraagt de douanier. “Nee,” snik ik nog na, “ik ga mijn vlucht missen en mijhijnn broer moet.. voor een behandeling naar het ziekenhuis en……”, daar zijn de tranen weer. De man geeft snel de paspoorten terug.

Op naar de gate. Dat blijkt toch nog een eind lopen. 11.10u moesten we boarden, 11.40 staat het vertrek gepland. Inmiddels is het 11.35uur. Ik zie Boudewijn achter Chris en mij aan strompelen en realiseer me dat we het niet gaan redden. Wandelen is voor hem normaal al een uitdaging. Met deze tijdsdruk en spanning voor wat komen gaat, moet dit helemaal een hel zijn voor hem. Maar, zonder te mopperen (en dat is heel wat voor Boudewijn), volgt hij ons. Wat een kanjer!

Dan staat er plots zo’n blauw vliegveldautootje. Ik vraag me af hoe moeilijk en strafbaar het is om deze kar zelf te besturen, wanneer ik twee schipholmedewerkers zie. Ik klamp ze aan en begin een onsamenhangend verhaal. Enige logica is in mijn hoofd ver te zoeken. Gelukkig zijn de twee snel van begrip en zeer behulpzaam. Ondanks het briefje ‘gereserveerd’ op de auto, pakt de vrouwelijk medewerkster het stuur en doet wat ze kan om, zonder te hoeven remmen, snel naar de gate te rijden. Daar is het akelig stil.

Gelukkig blijkt er toch nog een stewardess aanwezig en we mogen doorlopen. Van enige stress of tijdsdruk is bij het cabinepersoneel niets te merken. Er staan nog meer mensen te trappelen in de slurf.

We hebben het gered!!

Wanneer we zitten, kunnen we eindelijk opgelucht ademhalen. Wat een avontuur.

Eenmaal in de lucht concluderen we dat het maar goed is dat we alle drie zo eigenwijs zijn. Als we naar de eerste mevrouw van de marechaussee hadden geluisterd, hadden we nu niet in de lucht gezeten. De moraal die we uit het avontuur halen (naast de les dat we voortaan eerst langs de douane gaan en dan pas koffie gaan drinken),  is dat je altijd moet knokken om je doel te behalen en dat niets onmogelijk is. Als we in de rij waren gaan staan, of hadden moeten lopen, hadden we de vlucht zeker niet gehaald. Dankzij de hulp en het adequaat ingrijpen van een aantal erg vriendelijke medewerkers van Schiphol hebben we het ‘onmogelijke’ toch bereikt.

Zo zijn er ook mensen die zeggen dat het bij elkaar krijgen van €65.000,00 onmogelijk is. En dat genezing van MS onmogelijk is. Het eerste hebben we bijna voor elkaar en het tweede moet de tijd uitwijzen. Maar …. niet geschoten is altijd mis!

We besluiten dat we vaker met zijn drieën op reis gaan.

 

 

 

Met “mr. Grey” naast ons, een ontzettend leuke, behulpzame crew en tot onze verrassing toch een maaltijd (pasta met olvarit) en gratis drankjes (prima wijn) hebben we een prima vlucht.

 

 

Bij aankomst op het vliegveld van Moskou lijken we in een andere wereld terecht gekomen. We zien aan het logo dat er een Burger King is, maar hoe je er een dubbele whopper kaas zou moeten bestellen? Echt NIETS is leesbaar. Gelukkig zijn er weinig wegen die we kunnen volgen, dus we lopen achter de meute aan naar de douane. Dit blijkt een serieuze aangelegenheid en Boudewijn maant Chris en mij regelmatig tot stilte. Waarop het mij nog meer moeite kost om de slappe lach te stoppen. Wanneer Chris bij de balie staat en de douanebeambte haar paspoort checkt, stel ik me voor hoe hij zou kijken als op haar paspoort de foto zou staan die we net in het vliegtuig gemaakt hebben met snapchat en faceswap.

In de aankomsthal staat een aantal gevaarlijk uitziende taxi-chauffeurs op ons te azen en ik ben blij en dankbaar dat het ziekenhuis taxichauffeur Vladimir heeft gestuurd. “Vlad”, zoals we hem mogen noemen, spreekt weinig engels en zo wordt het een rustige rit, met ‘relax-fm’ op de achtergrond. Vriendelijke en Veilige Vlad brengt ons naar het hotel, dat naast het Kremlin blijkt te liggen. Imposant zo in het donker met de witte aftekening van de sneeuw.

Het hotel ziet er mooi en netjes uit en ligt in een levendige wijk, zo is de eerste indruk. Het personeel bij de receptie spreekt beperkt engels, het is lastig uitleggen wat we willen. Later blijkt er een verklaring voor de terughoudende en achterdochtige benadering van het receptiepersoneel. In een poging om uit te leggen dat we de eerste twee nachtjes graag met zijn  drieën op de kamer willen, heb ik volgens Boudewijn en Chris gezegd dat onze broer ‘sleeps with us’. Iets wat ons later onder het genot van een overheerlijke pizza in het hotelrestaurant weer luid doet schateren.

Brat en Sestra: we hebben tranen gelachen, onnozel gedaan. En tenslotte…

3aBtpa!